Vertelverhaal 'Het is zomer'

Het verhaal over de zomer

De zon schijnt, de lucht is blauw, het wordt een mooie warme dag vandaag! Alle beertjes hebben het warm op school. 'Het is vandaag zomer geworden', zegt Beer Juf, 'Daarom is het zo warm.' 'Het is de laatste schooldag en dan begint de zomervakantie en die is heel lang.' 'Hoera, hoera', roepen de beertjes.

'Gelukkig blijven we vandaag niet in het klaslokaal, maar gaan we buiten sporten. We gaan vandaag naar het sportveld bij de spartelvijver. Trek allemaal je sportkleren aan en ga dan alvast naar buiten.' 'Naar buiten, naar buiten, hoera, hoera', roepen de beertjes. Kun jij zien welke nummers de beertjes hebben?

Buiten legt Beer Juf uit dat ze niet gaan wandelen, maar dat zij allemaal gaan hardlopen naar het sportveld bij de spartelvijver. 'Loop allemaal achter elkaar', zegt Juf Beer. Alle beertjes lopen nu achter Beer Juf aan door het bos. Er zijn beertjes die sneller willen, maar dat mag niet van Beer Juf. 'We blijven allemaal achter elkaar lopen en niet inhalen!', zegt Beer Juf. Beertje Bruin loopt achteraan en zegt: 'Ik kan veel sneller, maar dat mag niet.' Ook zien ze onderweg vaders en moeders die hen toejuichen. 'Goed zo!', roepen ze.

Bij het sportveld staat Beer Meester met nog meer ouders van de beertjes. Beer Meester legt uit wat ze gaan doen. Sommige beertjes moeten nog naar lucht happen van het hardlopen. 'We gaan eerst goed rekken en strekken', zegt Beer Meester. 'Doe mij maar na.' En hij begint allerlei verschillende bewegingen te doen, zoals op één been staan en met de armen draaien. Beer Juf maakt wel hele moeilijke bewegingen. 'Beren-yoga', legt ze uit.

Nu gaan we kijken wie er het snelst is’, zegt Beer Meester. Beer Juf staat 100 meter verder bij de vlaggetjes. ‘Kom allemaal achter deze streep staan en als ik fluit ren je zo snel mogelijk naar Beer Juf. Het beertje dat het eerst tussen de vlaggetjes door loopt is het snelst.’ ‘Prrth’, Beer Meester blaast op het fluitje en de beertjes rennen naar Beer Juf.

De beertjes stormen weg. ‘Beertje Smal is het snelst en dan Beertje Bruin’, zegt Beer Juf. ‘Verder kon ik het niet meer volgen, dus de anderen zijn allemaal derde. ‘We wandelen nu rustig naar Beer Meester want daar gaan we verspringen, hoogspringen en nog allerlei sportspelletjes spelen.’

Alle beertjes zijn aan het sporten en hebben plezier. Beertje Lief wil ook graag yoga leren en Beer Juf doet het voor. Beertje Smelt klimt uit de rolstoel en gaat op de schommel. Alle beertjes hebben plezier. Door al dat bewegen en sporten en de zon die steeds warmer wordt, beginnen de beertjes te zweten.

Beertje Dik vraagt dan aan Beer Juf of hij ook wat kan drinken, want hij heeft dorst. Beer Juf zegt: ‘We gaan zo allemaal naar de picknickplaats bij de spartelvijver. Daar hebben de moederberen een tafel voor jullie gedekt. Als jullie dan genoeg gegeten en gedronken hebben mogen jullie in de spartelvijver zwemmen.’

‘Hoera, hoera!,’ roepen de beertjes, ‘we gaan zwemmen.’ De beertjes hebben honger en dorst van al dat sporten gekregen en krijgen nu allemaal een gezonde appel, een heerlijk koel bekertje water en een lekkere bruine boterham. ‘En als dat op is, mogen we samen zwemmen in de spartelvijver’, zegt Beer Juf.

Beer Juf gaat ook zwemmen en spettert de beertjes nat, waardoor alle beertjes terug gaan spetteren. Beer Meester gaat met zijn fluitje op een hoge stoel zitten en let goed op dat er geen ongelukken gebeuren en er geen beertje valt of hulp nodig heeft. Dan gaan alle beertjes gezellig bij Beer Juf zitten, ze zijn een beetje moe geworden.

Dan zegt Beer Juf: ‘Ik ben zo blij dat het zomer is en het lekker warm is. Morgen begint mijn vakantie en ga ik op reis. Ik ga wandelen en klimmen in de bergen en na de vakantie ben ik weer helemaal uitgerust, maar ik zal jullie wel missen. Wat gaan jullie doen in de zomervakantie?’ Beertje Dik heeft een judokamp en Beertje Bril gaat voetballen. Beertje Smelt zegt direct: ‘Wij gaan op bezoek bij onze familie op de Noordpool. Wij poolberen houden niet zo van dit warme weer.’ Beertje Anders zegt dat hij met zijn ouders naar een camping gaat in het bos en dat Beertje Bruin met hem meegaat.

Zo heeft iedereen zijn eigen verhaal over de zomervakantie. ‘Wees voorzichtig’, zegt Beer Juf. ‘Ik wil jullie allemaal graag gezond weerzien na de vakantie.’ ‘Alle vaders en moeders zijn hier en nemen jullie mee naar huis voor een welverdiende vakantie.’ Iedereen is vrolijk en blij omdat het zomer is en ze vakantie krijgen. ‘Hoera, hoera, vakantie!’ ‘Ik wens jullie allemaal een prettige vakantie toe en tot het volgende schooljaar.’

Einde