Pesten en iedereen is anders
Les over pesten voor leerlingen van 10 - 12 jaar
De leerlingen zullen door deze les meer inzicht krijgen in de vaak ernstige en onherstelbare gevolgen van pesten. Hierdoor zullen de leerlingen meer gemotiveerd raken om het pesten zoveel mogelijk te voorkomen. Het zal de onderlinge sfeer in de groep verbeteren.
Per post ontvang je:
- de poster 'Meld pesten' (A3)
- de poster 'Toeschouwer van pesten' (A3)
- de poster 'Opkomen voor jezelf bij pesten' (A3)
- de poster 'Ik heb gepest. Sorry!' (A3)
- het werkboekje 'Pesten en gedrag' (A5- formaat/16 pagina's)
De luxe posters zijn gedrukt op 400 gram afwasbaar glanslaminaat. Het formaat van de posters is A3 (420x297 mm.)
Digitaal ontvang je:
- de docentenhandleiding
- PowerPoint-presentaties 'Iedereen is anders'
- de evaluatie
- het liedje: Iedereen is anders
Extra werkboekjes voor de leerlingen zijn los verkrijgbaar.
Werkwijze:
Middels de PowerPoint-presentatie maakt u het onderwerp bespreekbaar. Hierin worden een aantal feiten over pesten benoemd en middels de grappige afbeeldingen van smileys is de presentatie aantrekkelijk voor uw leerlingen. Aan het eind van de presentatie staat een oefening waarmee u de gevolgen van pesten heel duidelijk kunt overbrengen op uw leerlingen.
Na deze inleidende presentatie kunnen de leerlingen zelfstandig aan de slag met het werkboekje en de vijf posters. Op de posters kunnen de leerlingen de antwoorden vinden op de vragen uit het werkboekje.
Nadat het werkboekje helemaal doorgewerkt is, kunt u met de tweede PowerPoint-presentatie tonen. U sluit het project af door samen met de leerlingen de bedachte afspraken door te nemen en deze, middels een A4’tje, op de daarvoor bestemde poster te plakken.
Doelstellingen:
- De gevolgen van pesten beter leren begrijpen.
- Leren wat een wel gemeend excuus werkelijk inhoudt.
- Inzicht krijgen in de invloed van toeschouwers bij pesten en leren hoe je als toeschouwer het beste op de situatie kunt reageren.
- Leren hoe belangrijk het is pesten te melden en dat dit geen klikken is.
- Leren hoe je voor jezelf kunt opkomen bij pesten.
- Samen afspraken maken om zo het pesten te voorkomen.
Tijdens de eerste PowerPoint-presentatie doen de leerlingen de ‘kreukel-oefening’. Deze oefening is heel simpel, maar een eye-opener om de ernst en de gevolgen van pesten te begrijpen.
De leerlingen zullen door het gehele project meer inzicht krijgen in de vaak ernstige en onherstelbare gevolgen van pesten. Hierdoor zullen de leerlingen meer gemotiveerd raken om het pesten zoveel mogelijk te voorkomen. Het zal de onderlinge sfeer in de groep verbeteren en dit zal weer ten goede komen aan de leerprestaties.
Aan het eind van dit project zijn er goede afspraken gemaakt om het pesten zoveel mogelijk te voorkomen. En wordt er toch nog eens gepest, dan kunnen de leerlingen hier beter mee omgaan of ze nu de pestkop, een toeschouwer of de gepeste zelf zijn!
De tekst hieronder komt uit het werkboekje.
Wie is de beste leerling in jullie klas?
Kun je deze vraag wel beantwoorden? Iedereen is toch anders? Elk kind is wel ergens goed in en kan iets beter dan alle andere
kinderen. Je kunt dus beter vragen: waar ben jij het beste in? Als je dit nog niet weet kun je daar naar op zoek gaan. Op school is rekenen, lezen en schrijven erg belangrijk. Als je hier goed in bent dan ben je daarin misschien de beste van de klas! Daar heb je dan talent voor. Maar je zal niet in alles de beste zijn. Als ik jou vraag wie het sterkste kind is in de klas, wie is dat dan?
En als ik je vraag wie er het beste kan zingen, wat zeg je dan? Wie is dat? En wie is het beste in gamen? En wie het beste in sporten? Wie iets het beste kan is dus steeds weer een ander kind. Zo zie je, elk kind is wel ergens goed of het beste in. Als je weet waar je goed in bent dan
voelt dat goed. Het is dus belangrijk om daar achter te komen. Bij sommige kinderen komt hun talent (ergens waar ze goed in zijn) pas tevoorschijn als ze ouder zijn. Het moet dan eerst even groeien voordat dit talent zich laat zien. Daarom doen we steeds weer iets anders in de klas. Zo kunnen we er achter komen waar je goed in bent. Jij bent misschien goed in problemen oplossen of mensen verzorgen.
Elk kind kan andere dingen, ziet dingen anders, voelt dingen anders, doet dingen anders, reageert anders,
Hoe zie jij deze fles? Is deze halfvol of halfleeg?
Iedereen ziet het anders. Wie zijn er precies hetzelfde in jullie klas? Geen enkel kind toch? We zijn allemaal anders, we zijn allemaal uniek. Alle mensen zijn anders en dat is maar goed ook! Je zult maar allemaal dezelfde kinderen in je klas hebben, hoe zou dat zijn? Elk kind is wel ergens goed in. Waar ben jij goed in?