De les 'Lief zijn voor elkaar'

Het verhaal 'Lief zijn voor elkaar'

Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even en ze hadden ruzie met elkaar, Het spelen was niet leuk.
Oma hoorde: "Ik wil de bal, ik wil de blokken, ik ga kleuren ik wil de kleurpotloden en ga weg ik wil alleen spelen". Oma Beer kwam en zei: "Willen jullie appeltaart, dan zal ik een verhaaltje vertellen". Ja, dat wilden de beertjes wel! En Oma Beer begon te vertellen.

In het land van Beer Koning waren de beren gelukkig en blij, ook al was er niet veel te eten. Ze hadden immers een wijze koning. Alleen Beertje Smal en Beertje Rond, die hadden altijd ruzie. Ze kregen al een naar gevoel als ze alleen maar aan elkaar dachten. Tot op een dag Beertje Rond een grote mand met appels plukte en die naar Beer Koning bracht. Beer Koning was heel blij met zoveel appels voor alle
beren al kun je dit niet zien. Hij draagt namelijk een gouden masker. (zie Beer Koning en het gouden masker) Hij zei: "Beertje Rond wat goed van je, kan ik ook iets voor jou doen?"

Beertje Rond zei: "Ik heb altijd ruzie met Beertje Smal. Hij geeft mij een naar gevoel en zegt lelijke dingen tegen mij. Kunt u hem niet weg sturen naar een ver bos?". Beer Koning dacht na en zei toen: "Dat kan ik doen, alleen niet nu, alle beren in het bos weten dat jullie altijd ruzie hebben en ze zouden direct denken dat ik Beertje Smal heb weggestuurd omdat jij zoveel appels hebt geplukt voor de beren".
“We wachten een poosje en jij geeft Beertje Smal elke dag een appel, doet lief tegen hem zodat niemand je verdenkt als ik Beertje Smal wegstuur. Kom over 7 weken terug om mij te vertellen of het gelukt is en dan stuur ik Beertje Smal zo ver weg dat je hem nooit weer ziet.”
"Dat is een goed plan", dacht Beertje Rond. Eindelijk zou hij verlost worden van Beertje Smal.

Beertje Smal begreep er niets van. Hij bracht direct een appel naar Beertje Smal en zei tegen hem: "Als je nog een appel
wilt zeg je het maar hoor. Eet smakelijk". Beertje Rond gaf elke dag een appel en deed heel goed zijn best om lief te zijn voor Beertje Smal. Telkens dacht hij eraan dat Beertje Smal ver weggestuurd zou worden. Op een dag zei Beertje Smal: "Beertje Rond, ik geloof dat jij mijn beste vriend bent! Dit had ik nooit gedacht". Maar wat Beertje Rond niet verwacht had, gebeurde. Beertje Smal ging lief en aardig terug doen. Ze gingen ook steeds meer praten en samen dingen doen, ze kregen zelfs veel lol samen.

Beertje Rond zei: “Ik vind jou nu ook erg lief" en dacht: “Nog één dag en dan stuurt Beer Koning hem weg”. “Ik wil het eigenlijk niet meer, ik heb nooit een echte vriend gehad, wat heb ik gedaan, wat moet ik doen". Hij plukte weer een grote mand met appels en bracht
die naar Beer Koning. Beer Koning ontving hem met open armen en zei: "Dank je voor de appels, ik heb gehoord dat jullie geen ruzie
meer hebben dus niemand zal merken dat het jouw idee was om Beertje Smal naar een ver bos te sturen.” “Ik zal hem zo ver weg sturen dat je hem nooit meer ziet. De berenpolitie zal hem nu weg brengen.” Toen begon Beertje Rond te huilen en zei: “Beste Beer Koning, doordat ik lief ging doen tegen Beertje Smal ging hij ook lief terug doen". “Nu vind ik hem zo lief, hij is mijn beste vriend geworden 
en als u hem weg stuurt zal ik hem missen en heel verdrietig worden. Stuur hem alstublieft niet weg.” 

Toen zei Beer Koning: "Het is precies zo gegaan als ik gedacht had". “En ik ben blij dat mijn plannetje gelukt is en dat ik Beertje Smal niet weg hoef te sturen. Daar is het beertje veel te lief voor.” “Lief zijn voor elkaar is het beste middel voor een goede vriendschap. Elke beer heeft een lieve kant, je moet er alleen soms even naar zoeken.” “Beertje Rond, je zult vast nog wel eens ruzie maken met Beertje Smal, maar je weet nu hoe je het moet oplossen.” "Einde van het verhaal", zegt Oma Beer.

"Dat was een mooi verhaal", zegt Beertje Bruin. "Wij zijn ook vriendjes", zegt Beertje Anders. “Als iemand lief voor je is, geeft dat een fijn gevoel en zelf lief zijn voor anderen geeft ook een goed gevoel. Ga nu dan heel, heel lief spelen zodat je dikke berenvriendjes wordt.”
"Maar neem eerst nog een stukje appeltaart, dat helpt ook", zegt Oma Beer. "Wat hebben wij toch een lieve oma", zegt Beertje Bruin. "En ze kan ook nog heerlijke appeltaart maken", zegt Beertje Anders.